De rechterlijke uitspraak van woensdag die Shell dwingt de bedrijfsvoering te verduurzamen, staat vol in de schijnwerpers. Maar bijna onopgemerkt stelde de Europese Commissie eind april de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) voor, nieuwe EU-richtlijnen voor bedrijven voor verslaglegging over duurzame doelen. Die moet de Non-Financial Reporting Directive (NFRD) uit 2014 vervangen. Ook deze regeling gaat spectaculaire gevolgen hebben, niet alleen voor het middel (openheid over duurzaamheid), maar ook voor het doel: het stimuleren van de mate waarin ondernemingen duurzaam opereren en investeren. En, net als de rechterlijke uitspraak beperkt de regeling zich niet tot het bedrijf zelf, maar wordt de hele waardeketen erbij betrokken.
De CSRD maakt deel uit van de Green Deal en het EU Sustainable finance action plan en is opgezet in samenhang met andere initiatieven daarbinnen, zoals de EU-taxonomie (lijst van definities, red.) voor investeringen. Gezamenlijk zetten deze initiatieven bedrijven onder druk om duurzamer te opereren en financiële instellingen om duurzamer te financieren. Dat geldt in eerste instantie voor grote bedrijven met activiteiten in de EU, maar ook voor hun waardeketens daarbuiten. Zo zet de EU de facto wereldwijde standaarden, ook wel het Brussel-effect genoemd.
De duurzaamheidsrapportage van bedrijven heeft tot dusver een nogal vrijblijvend karakter. Cynisch gezegd: bedrijven rapporteren vooral wat hen goed uitkomt en wat beschikbaar is, wat resulteert in zowel te veel (overbodige) als te weinig (nuttige) informatie. Koplopers verbazen zich erover dat hun eigen, in hun ogen matige verslaggeving niettemin bovenaan de rankings staat. En investeerders kunnen er vaak weinig mee. De CSRD brengt daar verandering in, door veel specifiekere eisen te stellen. Zoals verplichte rapportage over de negatieve impact van bedrijven, dat wil zeggen dat bedrijven zelf moeten laten zien hoeveel waarde ze voor natuur en samenleving vernietigen.
Dat betekent bijvoorbeeld dat Shell niet alleen zijn CO2-uitstoot moet rapporteren, maar ook openheid moet geven over de mate waarin het bedrijf bijdraagt aan het verlies van biodiversiteit, de uitstoot van stikstof en negatieve gezondheidseffecten. De meetbaarheid van al die zaken is een stevige uitdaging. En lang niet alles zal in januari 2023 (wanneer de CSRD in werking treedt) zijn uitgekristalliseerd. Toch is die meetbaarheid veel groter dan algemeen gedacht. Partijen als Impact Institute hebben lijsten van te meten items, met schaduwprijzen per eenheid om alles in euro’s uit te drukken. En denktank r3.0 ontwikkelt samen met het United Nations Research Institute for Social Development (UNRISD) een set ontwikkelingsindicatoren die tonen in welke mate organisaties binnen planetaire grenzen blijven.
De CSRD dwingt bedrijven ook de negatieve kanten (waardevernietiging) te belichten. Dit past binnen een trend naar de meting van brede waardecreatie, die toont hoeveel waarde ondernemingen creëren en vernietigen, voor welke stakeholders en hoe. Uiteindelijk kunnen ze daar op afgerekend worden, omdat belastingen en regels daaraan gekoppeld worden. De reflex van bedrijven is om dergelijke regelgeving tegen te houden, onder het mom van te hoge regeldruk. Maar die reflex is gevaarlijk. Beter is het om mee te gaan en op cruciale punten bij te sturen.
Lees het volledige artikel hier.
Terug naar nieuws